Alles van waarde is weerloos [E]

althans zo las ik eens in één of andere neongloed...

Soit, in alle geval in de nabijheid van een of ander café, en logischerwijs (ik ga hier ook niet liegen) volgde ik gedwee.

Maar nu, momenteel, in uiterste diepzinnigheid,
trof het mij
oprecht
of toch stiekem een beetje in mijn hart. Dat eigenlijk inderdaad alles,
of toch het leven, want je weet nooit of er meer is,
echt uiterst fragiel
en zelfs in een melancholiek moment, labiel
is
en altijd zal zijn
want eigenlijk
wij, degenen die nadenken over alles,
wij, die lachen met de zogenaamd oppervlakkigen,
wij, die eigenlijk zo goed beseffen
omdat wij, die er zo goed over nadenken goed genoeg weten dat
wij, degenen zijn die goed genoeg weten dat
het leven ongelukkig is. en bovendien nooit anders zal zijn.

Omdat dat nu eenmaal niet in de aard ligt van de nadenkenden,
want eigenlijk zoeken we het wel, maar eigenlijk
eigenlijk
voor we eraan begonnen wisten we dat het een nodeloze zoektocht zou zijn
als we even met een strenge spiegel onszelf in de ogen keken.
Hadden we dat
kunnen
moeten
weten
Maar eigenlijk wisten we het al.

Het enige geluk dat wij kunnen vinden
is alles opofferen en in een passie steken
maar dan ook echt alles wat wij te bieden hebben.

En wij maken ons dan wel wijs

want daar zijn we godverdomme experten in

dat we goed bezig zijn

zinvoller dan de rest

maar eigenlijk, kunnen we juist niks voorleggen, omdat er geen leerkracht is die de deadline legt.

Maar zolang we onszelf teleurstellen is het allemaal niks.

Denken we

tot we onszelf later in retrospect gaan verachten, en zelf de oude zagers op café geworden zijn,
jeweetwel
demannen die weten hoe de politiek van ons land moet draaien. Demannen die in oneliners elke gevoelige kwestie doen verdwijnen als sneeuw voor global warming.

Die mannen.

Die eikels die we haten omdat ze met zoveel wrok gepaard gaan.

Als we nu niks doen

en wel nu direct

gaan wij later die zeikerds aan den toog zijn (want pinten pakken kan iedereen)

((en er zit heus geen roem in een fles rum, hoewel ik het toch maar gedaan en overleefd heb, en het intense plezier zal ik nooit onder stoelen of banken schuiven. MAAR HET PUNT HIER IS DAT DAT UITEINDELIJK NIET OP MIJN GRAFZERK //LAAT STAAN GESCHIEDENISBOEK// KOMT. En eigenlijk willen we toch maar één ding, of althans ik toch, en dat is herinnerd worden))

En dat is niet gemakkelijk

want uiteindelijk is er maar één die gaat strijken met de winst
en
dat
is
de dood

En voorlopig zijn wij

nergens zoveel meer
dan
overal
maar dan toch weer nergens

kut