Palmer Scott ontmoet Rani [B&J]

er zijn zo van die dagen
dat de liefde goesting heeft
in een mals stuk vlees, teer en jong
en liefst nog saignant
dat het sap er nog van af druipt

het hoogtepunt van de week is dan
wanneer mijn wensen in vervulling gaan
de teleurstelling is des te groter
wanneer het vleesje niet te kauwen valt
een rozijn stilt dan de honger

ik zag haar als eerste
en daarna ik nog eens
de geile zebra die naar aardbei ruikt
een onbereikbaar zebrapad
waarover ik niet wandelen kan
maar slechts hinkstapssprongsgewijs
onzichtbaar over walsen kan

ik sta ondertussen een stap voor
andermans privilege is nu van mij
de concurrentie in de kiem gesmoord
maar voorlopig nog geen vlees gehad
maar wat niet is kan nog klaarkomen
ik schrijf gedichten met mijn linkerhand
en haar facebook staat open

God is onder ons [B]

Met smart denken we aan de man
Wiens sluitspier niet sluiten kan

Rond zijn middel, goddank, een pisdoek
Anders was het, ellendig in z'n broek

Gezegend zijt deze solide pamper
Want we roken het onheil maar amper

Morgen doe ik mijn broek uit [B]

Morgen doe ik mijn broek uit
in het midden van een drukke laan
en niemand maakt nog één geluid
bij het zien van de volle maan

want ik ben dat hier zo beu als wat
die collectieve gymnofobie
en ik vier met mijn bloot gat
mijn impulsieve anarchie

's Nachts wanneer iedereen slaapt smeer ik boterhammen [B]

's Nachts, wanneer iedereen slaapt
of naakt ligt weg te dromen
over hoe seks hem nooit zal overkomen
smeer ik boterhammen

En wanneer de kaas op is
of gewoon helemaal rot
omdat ik het altijd verbrod
met kaas op boterhammen

Op mijn vorig nachtelijk avontuur
smeerde ik daarom confituur
Of nee, het was op mijn boterham
*ahum*

dus wanneer de kaas op was
nam ik nog een slok van mijn glas
en
VERDOMME, IK KAN OOK NOOIT EEN VERHAAL AFMAKEN