Als ik 1 dag een superheld mocht zijn. [E]

Als we  even heel ondoordacht zijn,

dan ben ik tijdman, de beste superheld ooit.

Want als je erover nadenkt, is dat de ultieme superkracht. Vergeet al de rest, als tijdman versla ik iedereen.

Tijdman wordt geboren bij z'n dood. De ultieme nederlaag is z'n begin. Zijn superkracht is dat hij tijd andersom beleeft. Hij kruist ons pad slechts in het heden. Onze toekomst is zijn verleden en ons verleden zijn toekomst. Onverslaanbaar dus. Hij ziet de misdaad voor de lelijkheid van de aanleiding. Hij ziet een wereld, en dan pas de dingen, de aanleiding en dan de mensen. Eerst de acties en dan het leven dat ertoe leidde. Tijdman komt klaar, heeft seks en wordt dan verliefd, tot het langzaam overgaat. Zonder pijn naar het niks. Alles onbevooroordeeld, alles puur. De wereld door de bril van de verlatende. Hij die al heeft moeten betalen met de dood mag het plezier van leven hebben. En als happy end de geboorte, het worden. In plaats van de straf van de dood. Nooit spijt, nooit achteruitkijken, want achteruit is vooruit. Vrijheid na gevangenschap en niet andersom, geluk na verdriet en niet andersom, gevolg na oorzaak en niet andersom. Verdriet verdwijnt en geluk verschijnt.

Als hem ben ik de gelukkigste mens ooit, hij die dood meegemaakt heeft kan het leven pas naar waarde schatten, ironisch genoeg. In plaats van oud en versleten te worden, beleeft de andersommeling z'n geboorte als het einde. Het geschenk van alles als eindpunt. Geen straf en geen oordeel, maar het enige logische eindpunt. Een langzaam niets worden, na een leven geleefd te hebben. Puur. Evenwicht.

De superkracht van tijdman is geluk.

Niemand verslaat tijdman.

Ik was nooit echt een denker [B]

Ik was nooit echt een denker. Enkel een soort van organisme, maar dan net iets meer. Iets met net genoeg brein en ballen om een mens te worden genoemd, een bestaansminimalist. Uit vrije wil weliswaar, om te kunnen reizen als een goudvis.

Alles is nieuw, alles is het moment.

Dat betekent: vergeten wat Paul Simon ooit zong over dikkedarmontstekingen en catscanners, wachten zonder het gevoel een ritueel uit te voeren, teveel op uw horloge kijken omdat het kan.

Vier uur ’s ochtends, begin december. Alleen de roze maan was nog niet vergeten. Er werd toch al naar gezocht – door mezelf - al was het een verdwenen kind. Alleen wanneer hij wegblijft, wordt hij aanbeden. Als hij dan toch voor ons mag verschijnen – eindelijk – wordt hij genoteerd. Niet beschreven, maar in de tijd aangeduid, zodat hij ondertussen al een onzekere kalender vormt voor de zwevers. Bekijk de roze maan als een bewijs dat de dag toch nog mooi was, mooi voorbij. Dat was niet zo om vier uur ’s ochtends, begin december.